024 - 20 43 002

info@dekoolberg.nl

Koolbergseweg 22

6604 BM Wijchen

De Koolberg

Complementaire geneeskunde

Psycho Neuro Immunologie

Klinische psycho-neuro-immunologie (kPNI) vindt zijn oorsprong in de wetenschap PNI, die in de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw door de Amerikanen Ader, Felten en Cohen is ontwikkeld.

Het klinische vakgebied kPNI wordt gekenmerkt door nauw internationaal samenwerkende wetenschappers die voornamelijk onderzoek verrichten naar de interacties tussen het zenuwstelsel en het immuunsysteem en de wederzijdse relatie tussen gedrag en gezondheid.

Voeding in al haar vormen, beweging, psychosociale interventies, epigenetica, resoleomics en deeplearning zijn enkele therapiepeilers binnen de kPNI.

Van ziekenzorg naar gezondheidszorg

kPNI is van groot belang voor de gezondheid van de moderne mens. De wetenschap ontdekt in toenemende mate dat we ons niet kunnen onttrekken aan onze evolutionaire achtergrond en de specifieke leefomgeving waarin we zijn ontstaan. Deze omgeving vormde samen met de sociale structuur van oudsher een kloppend geheel met het menselijk genoom.

Inzicht en geintegreerde kennis van voeding, immunologie, endocrinologie, neurologie, psychologie, sociologie en pathologie in heden en verleden creeert zo binnen de kPNI mogelijkheden om de gezondheid zo veel mogelijk te bevorderen en de ziektelast terug te dringen.

De wetenschap van de psycho-neuro-immunologie (PNI)

PNI is ontwikkeld door Ader, Cohen en Feiten. Zij begonnen met publicaties over de mogelijke relatie tussen het neurologisch systeem en het immuunsysteem. Later hebben ze er publicaties aan toegevoegd over de relatie tussen deze twee systemen en de endocriene organen (de hormoonsystemen). Ze ontdekten dat emoties, gedachten, voeding, beweging en nog veel meer factoren invloed hebben op de verschillende systemen en hun connecties.

In Europa was Professor Emeritus Laurens Menges de grote pionier van de PNI gevolgd door Leo Pruimboom en Bram van Dam. De laatste twee genoemden hebben de Masteropleiding in PNI gestart op de universiteit van Girona, Spanje. Deze opleiding is een vervolgopleiding voor alle opgeleide PNI-ers in verschillende landen in Europa, waaronder Nederland, Duitsland, Portugal en Spanje.

PNI onderzoek

PNI onderzoekt de relatie tussen gedrag, psychosociale factoren, het zenuwstelsel, de hormoonsystemen, het immuunsysteem en ziekte.
Elk systeem heeft invloed op het andere, stimulerend of remmend op processen in andere gebieden van het menselijk lichaam. De laatste jaren komen er steeds meer onderzoeksgegevens boven tafel die betrekking hebben op deze relaties.
Binnen de PNI is een integraal systeem van klinische diagnostiek ontwikkeld, met een hoge mate van betrouwbaarheid met als doel een maximaal aantal van oorzakelijke factoren te vinden bij iemand met klachten. PNI heeft zijn grootste waarde voor met name patiënten met chronische klachten. Langdurige klachten worden bijna altijd veroorzaakt en onderhouden door stoornissen op psycho-neuro-immunologisch gebied. Communicatie tussen de verschillende systemen vindt plaats door chemische en/of psychische processen. De “black box” achter het totaalbeeld wordt gevormd door de gezamenlijke invloed van neurotransmitters, immunotransmitters, hormonen, enzymen en andere chemische substanties.
Ziekte kent verschillende oorzaken: -Biologische oorzaken (bijvoorbeeld een erfelijke aanleg om eerder gevoelig te zijn voor virussen) -Psychologische factoren (bijvoorbeeld stress of persoonlijke problemen) -Sociale factoren (bijvoorbeeld problemen in de familie of op het werk).

Evenwicht

Binnen het model van de PNI is ziekte een probleem in het evenwicht in de biopsychosociale context. De mens is zowel een netwerk als deel van een netwerk. Sociale- en omgevingsfactoren, zowel intern als extern, zijn constant in ieder mens van invloed. Interventies zoals deep learning, slaapregulatie, psychische trainingsoefeningen, voeding, beweging en vele andere mogelijkheden kunnen stoornissen verhelpen door de communicatieprocessen in het lichaam weer in een normale staat terug te brengen.

Om te begrijpen hoe de relaties tussen de verschillende systemen werken moet er veel worden geïntegreerd tussen kennis uit de neuropsychologie, de neuro-endocrinologie, de neuro-immunologie, en de endocrino/immunologie.
Chronische angst kiest bijvoorbeeld in de hersenen voor een bepaalde route, waarbij verschillende stresshormonen in te hoge hoeveelheden worden geproduceerd met gevolgen voor de werking van het immuunsysteem, gevolgen voor de toestand van het onwillekeurige zenuwstelsel, gevolgen voor de hartfrequentie, voor de spanningstoestand in het bewegingsapparaat, gevolgen voor de doorbloeding van de spijsverteringsorganen, etc. Het ene systeem heeft invloed op het andere.

Uiteraard vergt dit veel kennis omtrent de fysiologie, anatomie, biochemie, psychologie, etc. om te kunnen komen tot een integrale betrouwbare diagnose. Daarnaast moeten er veel behandelmogelijkheden (voeding, orthomoleculaire suppletie, beweging, psychische training, etc.) worden geïntegreerd in het kunnen oplossen van een probleem. Het lijkt logisch dat een klacht die op meerdere oorzaken is gebaseerd ook behandeld wordt op meerdere aspecten.